Wat de vier basisdoelen met jouw team te maken hebben

Iedereen die werkt in de kinderopvang kent ze, de vier pedagogische basisdoelen van Marianne Riksen – Walgraven.

1. Het bieden van een gevoel van emotionele veiligheid.
2. Gelegenheid bieden tot het ontwikkelen van persoonlijke competenties.
3. Gelegenheid bieden tot het ontwikkelen van sociale competenties.
4. Gelegenheid bieden om jezelf de normen en waarden, de cultuur van een samenleving, eigen te maken.

In die doelen zit een opbouw. Een kind moet zich eerst emotioneel vrij voelen om te gaan kijken wat het allemaal kan. En pas als een kind een beetje zicht heeft op waar ze toe in staat is ontstaat er ook belangstelling voor de ander. Vanuit dat sociale kan je makkelijk uitstappen naar de waarden en normen, bijvoorbeeld door samen een verjaardag te vieren.
(Check maar eens: verjaardagen vieren met 2 kinderen erbij die zich nog niet emotioneel veilig voelen is een heuse uitdaging!)

Maar laten we deze opbouw nu eens voor de gein naast de opbouw van je team leggen!

1. Emotionele veiligheid.
Ieder mens heeft die emotionele veiligheid nodig voor hij zichzelf laat zien.
Wanneer er binnen je team geen sprake van emotionele veiligheid is kan je willen wat je wilt maar er gebeurd waarschijnlijk helemaal niks.

2. Persoonlijke competenties.
Voel jij je emotioneel veilig dan zal je willen leren. Maar net als met kinderen in deze fase zie je ook dat een teamlid die alleen gericht is op de persoonlijke competenties vooral een lijntje heeft met de leidinggevende of de coach. Onderling is er weinig verbinding.
Een team dat op dit level functioneert zal ook gericht zijn op de persoonlijke ontwikkeling van het individuele kind. Het onderlinge spel of gesprek stimuleren vinden deze teamleden echt moeilijk en dat is niet zo raar want ze beheersen dat zelf ook niet.

3. Sociale competenties.
Wanneer je hebt ontdekt wat je persoonlijke competenties zijn wordt het makkelijker met de ander samen te werken. Je weet wat jij waard bent en de ander weet dat ook van zichzelf. Je kunt dan gelijkwaardig in gesprek en samenwerken aan een doel. Je weet immers hoe je met elkaar kunt communiceren om er samen iets moois van te maken.

4. Waarden en normen.
Vanuit deze drie competenties kan een team het gesprek aan over het neerzetten van waarden en normen zonder steeds in een ‘waarden-conflict’ te komen met elkaar. Ze zijn immers sociaal vaardig, weten wat ze persoonlijk in huis hebben en voelen zich emotioneel veilig om dit met elkaar te delen.

We zijn vaak gefocust op het spel bij kinderen, op wat er op de werkvloer zichtbaar is. We willen daar die doelen terugzien, die onderlinge interactie bij kinderen. Het is dan ook heel logisch dat daar je focus ligt. Maar zolang je team zelf die competenties niet heeft kan je wachten tot je een ons weegt maar gaat het niet komen.

Kijk voor de verandering eens naar je team met deze doelen in je achterhoofd. En vraag je af wat zíj nodig hebben om kinderen gelegenheid te kunnen bieden zich te ontwikkelen in deze competenties.

In deze tijd waarin je weer aan de slag gaat met het vormen van je doelen en het maken van beleid is het extra belangrijk je team goed voor ogen te hebben. Uiteindelijk zijn zij degenen die je beleid moeten gaan uitrollen.

De mate waarin je team is ontwikkeld kan je van te voren al vertellen hoe groot je kans van slagen gaat zijn.

In het programma Beleid in Praktijk dat aankomende maandag 10 januari van start gaat is dit een belangrijk onderdeel.

Doe je mee?
Schrijf je dan snel HIER in.

Dit programma vraagt een investering van €297,- (exl btw) maar nu kun je meedoen voor €97,-.
(Bovendien ontvang je de bijbehorende fysieke planner om je plan in weg te schrijven zsm via de post.)