Ik zie, ik zie, wat jij niet ziet…

Ik zie ik zie wat jij niet ziet
Voor je begint met lezen…
Wat zie je als je naar dit plaatje kijkt? 
Wat zie jíj? 

De antwoorden op deze vraag lopen nogal uiteen. Zo kan je terughoren: ‘Ik zie een jongetje, hij is een beetje eenzaam want hij zit alleen’, of: ‘Ik denk dat hij verdrietig is, hij heeft een zielige uitstraling.’ Maar ook:‘Misschien is er wel wat gebeurd waardoor hij nu alleen is, maar dat weet je niet. Dus eigenlijk weet ik nog niet zo goed wat ik zie…’ En: ‘Hij kan ook moe zijn, hij lijkt zich terug te trekken’. ‘Ik word er zelf ook een beetje verdrietig van…’

Wat al deze antwoorden gemeen hebben is dat ze stuk voor stuk subjectief zijn. Ze vertellen je iets over de kijker. Wat díe persoon ziet. En eigenlijk niet eens wat diegene ziet, maar wat hij denkt te zien. Het is een interpretatie van de afbeelding. Want als je objectief naar dit plaatje kijkt, dan zie je: een jongetje met zijn ellebogen op zijn knieën en vuisten onder zijn kin. Hij zit op de onderste trede van de trap en kijkt voor zich uit. Hij heeft een shirt aan, met korte mouwen en een lange broek.
(en persoonlijk denk ik dat de trapconstructie niet klopt, maar dat is dan weer míjn waarneming…)

Objectief kijken valt nog niet mee. Voor je het weet heb je de situatie al ingevuld, ingekleurd en ernaar gehandeld zonder ook maar even stil te staan bij wat er nu echt gebeurd. Het is dan ook niet iets dat we vanzelfsprekend doen. We zijn allemaal gekleurd door ervaringen en opvoeding. Deze ervaringen bepalen in grote mate je manier van waarnemen. Bovendien werken onze hersenen ook niet altijd even goed mee. Wat wij niet als relevant herkennen, registreren we in eerste instantie dus ook niet. 

Dat is op zich niet erg, zo is dat nu eenmaal. Het is zelfs prettig want stel je voor dat je alle irrelevante dingen om je heen ook zou registreren? Je zou gek worden! Het wordt pas vervelend wanneer je je hier niet van bewust bent. Om objectief te kunnen kijken heb je dus een bepaalde mate van zelfkennis nodig. Een besef van het feit dat jouw versie van de werkelijkheid niet de waarheid is, al kan hij best waar zijn. En lef om die eigen werkelijkheid los te laten, je persoonlijke emoties even te parkeren, en gewoon te zien wat je ziet. Niks meer en niks minder. 

Een pedagogisch medewerkster mag van jou verwachten dat je in staat bent objectief met hen mee te kijken. Om op die manier samen met hen een professioneel beeld van de situatie te schetsen. Tegelijkertijd mag jij deze vaardigheid ook van een pedagogisch medewerkster verwachten. In het werken met kinderen maar ook in haar omgang met ouders en collega’s.

Objectief kijken leer je door bewust te oefenen met het onderscheiden van aannames ten opzichte van feiten. Het is dan ook interessant dit onderwerp regelmatig terug te laten keren in je coaching. Wil je hier met je team mee aan de slag? Hieronder staat deze oefening nog een keer praktisch uitgewerkt. De plaat vind je terug onder ‘handige coach tools.’

Oefening: Hoe objectief kijk jij?!
Doel: bewustwording creëren van de mate waarin men gekleurd waarneemt.

Introduceer de plaat met het jongetje op de trap.
– Vraag je team ieder voor zich te bedenken wat ze zien.
– Laat iedereen benoemen wat ze denken te zien.
– Aan de hand van deze antwoorden kun je het gesprek aangaan met vragen als: Is dat zo? Wat maakt dat je dat denkt? Waaraan zie je dat? Hoe weet je dat? Belangrijk is dat je dit zelf natuurlijk objectief aanpakt. Luister naar de interpretaties en verbind er geen oordeel aan. Vervolgens benoem je wat je feitelijk ziet op deze plaat.

Aan de hand van de gespreksstof die daaruit ontstaat kun je het gesprek aangaan over objectiviteit en feiten ten opzichte van interpretaties en eigen emoties.

Wil je toch iets meer sjeu aan het verhaal dan alleen deze simpele kleurplaat? Kijk hieronder naar het filmpje dat je op een grappige manier bewust maakt van het feit dat we toch echt gewoon alleen maar zien wat we willen zien en ook niets meer dan dat!