Hoe krijg je de juiste beweging in je coachinggesprek?

Het Joharivenster is een model dat je goed kunt gebruiken om beweging te krijgen in je coaching. Het is te vergelijken met de routekaart waarop jij je samen met de coachee bevindt. En helpt je bepalen waar het gebied is waarin je de ander kunt uitdagen of aanmoedigen.

Het Joharivenster is opgedeeld in vier vakken. Het zijn vier gebieden waar jij je samen met de coachee in beweegt tijdens een coachinggesprek. Samen bekijk je vanuit deze kaart wat er bij de coachee gaande is. Wat een behulpzame beweging zou kunnen zijn.

Laten we deze vier velden wat verder in kaart brengen…

Open gespreksruimte
Het vlak linksboven is het open gedeelte. Het is de open gespreksruimte in je gesprek.
In een coachinggesprek gaat het hier om het deel dat de coachee zichtbaar en expliciet inbrengt. Het laat je iets zien van de coachee en de vragen waar ze mee zit. Het vertelt je wellicht ook hoe zij zich voelt en welke mening ze heeft over bepaalde zaken. Je krijgt in deze ruimte ook inzicht in de verwachtingen die de ander heeft van jouw houding. Ten eerste al de verwachting dat jij luistert wanneer zij praat. Vervolgens ook uit de manier waarop ze bij jou om een reactie vraagt.

Voorbeeld: De medewerker vertelt je: Kennelijk is er een kindje overgestapt van twee naar een slaapje maar dit stond niet in de overdracht. Ik loop er tegenaan dat mijn collega’s de overdracht niet goed bijhouden. Nu stond ik te kijk bij deze ouders!

Het privedeel
Dit deel van de kaart is het deel waarop de coachee beter thuis is dan jij als coach. Het gaat in dit deel om wat er in de coachee omgaat. Het wordt niet direct vertelt of door jou opgepikt. Denk hierbij aan non-verbale uitingen, impliciete opmerkingen, dingen die de coachee wel benoemd maar jij als coach niet oppikt als zijnde belangrijk. Denk ook aan dingen die de coachee wel denkt maar niet zegt, en gewoon alles wat nu niet aan de orde is. 

Voorbeeld:
Terwijl ze vertelt, kijkt ze je af en toe vragend aan en dan weer weg. Haar armen heeft ze strak voor zich over elkaar heen gevouwen. Ze besluit haar verhaal met direct oogcontact.

De blinde vlek
Op dit deel van de kaart heb je als coach weer wat beter zicht dan de coachee. Het gaat hier om dingen die je als coach opvallen, maar wat de coachee zelf niet ziet. Denk hier aan patronen in gedrag. Emoties die zichtbaar zijn in het gezicht en houding van de coachee maar niet als zodanig erkend worden. Of delen uit een verhaal die weggelaten/ vergeten worden waar jij als coach wel van op de hoogte bent.

Voorbeeld: Wanneer je de coachee observeert tijdens haar verhaal, zie je af en toe een emotie van pijn of verdriet over haar gezicht trekken. Wat het is weet je nog niet precies, maar wel dat het tegengesteld is aan de non-verbale defensieve houding die ze heeft.

Het onbekende terrein
Het gaat hier om het deel waar zowel de coach als de coachee geen idee van hebben wat zich daar bevindt. Er kan een berg potentie verstopt zitten, er kan ook niks zijn. Het punt is dat je dat niet weet. Hier bevinden zich de vaardigheden die je zou kunnen ontwikkelen als je wist dat je ze kon gebruiken en je dat ook wil. Hier liggen de kansen die je nu, met wat je nu weet nog niet kunt pakken. Hier ligt ook het besef dat iets wellicht niet bij jou past, maar waar je je nu nog niet bewust van bent.

Hoe krijg je beweging?
In een coachproces is het de taak van de coach om de de coachee en haar verhaal zo goed mogelijk in beeld te krijgen. Je bent als de detective in het verhaal van de ander.
Niet om zo snel mogelijk een conclusie te kunnen vormen, maar om de juiste vragen te kunnen stellen waardoor de ander verder komt.

Nu is de open gespreksruimte de ruimte van waaruit je start.
Dit is het punt in het gesprek waar de coachee haar input met je deelt waardoor je een gezamenlijk uitgangspunt hebt. De context van het gesprek is de coachvraag/doel van de coachee. Het doel dat de coachee zich heeft gesteld ligt in het onbekende deel. Een doel heeft altijd betrekking op iets waar je nu nog niet bent. En dus ook nog niet de vaardigheden en/of kennis voor hebt. Dit proces, van de open gespreksruimte naar het vergroten van het onbekende deel, daar leent coaching zich goed voor.

Wanneer een coachee dingen met jou deelt uit het verborgen vlak, dan verplaatst deze materie zich automatisch naar de open gespreksruimte.  Denk hierbij aan de pedagogisch professional uit het voorbeeld die naar aanleiding van bovenstaande input met je deelt dat ze zich niet gezien voelt door haar collega;s. En het echt heel erg vindt om daardoor te kijk te staan bij ouders doordat ze dingen niet weet.

Dit is informatie die je in het verloop van het gesprek aangereikt krijgt uit dit verborgen deel. Waardoor de open gespreksruimte zich vergroot, en het verborgen deel daardoor verkleind.

Als coach kun je op twee manieren bijdragen aan een coachgesprek:

1. Door de richting die je geeft aan het gesprek.
Daarbij kun je ruimte maken voor de coachee door bijvoorbeeld open en verhelderende vragen te stellen. En een actieve luisterhouding in te zetten.
Naast meebewegen met het verhaal van de ander kun je er ook voor kiezen dit in te perken. Dit doe je door bijvoorbeeld gesloten vragen te stellen of je eigen gedachtengang te delen met de coachee.

2. Door de aard van het gesprek te bepalen.
Je kunt ervoor kiezen verder te bouwen op de sterke punten van de coachee door deze aan de orde te stellen. Je zet dan bijvoorbeeld in op het bewustmaken van je de coachee van vaardigheden waar ze goed in is. Of je kiest ervoor de zwakke punten en blinde vlek van de coachee op tafel te krijgen. Bijvoorbeeld door middel van confronteren en uitdagen.

Op deze manier heb je als coach invloed op het gesprek en kun je bijdragen aan het vergroten van zowel de open gespreksruimte als het potentieel.

Hoe het gesprek met de pedagogisch professional afliep?
De coach vroeg haar: Zie ik het goed dat dit iets met je doet?
Als reactie kreeg ze nog meer uitleg hoe vervelend deze coachee het vond om niet de juiste informatie te hebben terwijl ze met deze ouders in gesprek was. En niet alleen zelf vond ze dat vervelend, ze vond het ook niet echt een visitekaartje voor de organisatie.

We moeten gewoon beter communiceren, en de overdracht bijhouden!
Hiermee haalde ze een inzicht voor zichzelf uit het verborgen deel naar de open gespreksruimte. De coach vroeg haar daarop: Kun jij iets doen om die communicatie te verbeteren? Je hoeft het niet op te lossen want je bent samen, maar kun je iets bijdragen?
In het hoofd van de coach draaiden de radartjes namelijk al op volle toeren, zoveel opties! Maar voor de coachee was dit nog een blinde vlek.

Ik moet het natuurlijk gewoon zeggen, alleen we zien elkaar nooit en de app is niet handig. Weer een verborgen hindernis voor de coachee die nu in het open gespreksdeel belandt.

Welke opties heb je allemaal? Vroeg de coach door. Zal ik met je meedenken?
Samen komen ze tot de oplossing om een gezamenlijke video-call van dit team te plannen waarin de coachee haar ervaring deelt en het met de rest bespreekt hoe ze dat kunnen verbeteren.
Voor de coachee is dit onbekend terrein. Het is een andere aanpak dan normaal, maar nu ze binnenkort geen teamvergadering hebben en de groep te klein is om samen te werken vindt ze dit de beste optie.

Samen sluiten ze het gesprek ontspannen af. De coachee is blij met de actie die ze zich heeft voorgenomen en voorziet ook eigenlijk geen gedoe. Het is vooral dat we elkaar niet zien dat dit zo loopt, maar we willen het allemaal goed doen, besluit ze haar gesprek.

 

Doe mee met een van onze oefendagen en oefen hoe je deze tool effectief kunt inzetten tijdens je gesprekken.
Klik hier voor meer informatie.