Beleid vertalen naar de praktijk – Hoe doe je dat in de praktijk?

Hoe zorg je er nu voor dat je beleidsvoornemens ook echt zichtbare resultaten worden? Om daar antwoord op te geven moet je terug naar de basis.

Het hoofddoel van de functie pedagogisch coach/ beleidsmedewerker binnen de kinderopvang is:

Bijdragen aan de totstandkoming en de implementatie van de pedagogische beleidsvoornemens. (art 8.1 IKK)

Vervolgens is er veel ruimte voor de houder om de vorm te kiezen waarin je dit het beste kunt uitvoeren binnen de context van de eigen organisatie. (art 8.3 IKK) Een kleinschalige kinderopvang zal dit bijvoorbeeld anders vormgeven dan een landelijke kinderopvang. Die ruimte is terecht, want iedere opvang is weer anders wat betreft visie, samenstelling en omgeving.

Aan de andere kant, deze ruimte zorgt ook voor veel ruis als je moet bepalen wat je concrete volgende stap gaat zijn in het uitwerken van dit doel. Want hoewel de context vrij helder is, is de manier waarop je zo’n proces effectief opzet en in goede banen leidt, dat niet altijd.

Nu zie je gelukkig steeds meer methodes opkomen die je hierin kunnen ondersteunen en een goed stappenplan voor je uitzetten. Maar om die daadwerkelijk effectief in te kunnen zetten is het belangrijk dat je de principes van een goed proces begrijpt. Anders bestaat het gevaar dat je middel straks de richtlijn wordt, in plaats van wat een goede methode is: een systemisch hulpmiddel.

In dit artikel benoem ik 7 aandachtspunten die je kunt gebruiken als check bij het uitzetten van het plan naar aanleiding van je beleidsvoornemens. Uiteraard kun je die ook gebruiken bij het checken van mogelijke methodes die je hierin ondersteunen.

1. Een proces is altijd gericht op een gewenst resultaat in de toekomst.
Bezig zijn met thema’s uit je beleid is iets anders als een bepaalde focus bepalen, daar doelen aan koppelen en dit stapsgewijs implementeren met als doel je kwaliteit van opvang verbeteren. Coachen gaat altijd uit van een proces. Zijn er geen doelen, dan valt er weinig te coachen.

2. Een proces is cyclisch.
Het heeft een begin en een eind. En verloopt langs de fasen: onbewust bekwaam, bewust onbekwaam, bewust bekwaam en onbewust bekwaam. Waarbij het coachproces met de coach in de fase bewust bekwaam wordt afgerond. Maar de vervolgfase – de borgingsfase – nog wel bewust gemonitord wordt door de leidinggevende. Pas als al deze fasen doorlopen zijn kun je spreken van een groeicyclus.

3. Een proces begint altijd met een reality check.
Je gaat uit van een gewenst einddoel. Om je koers goed uit te kunnen zetten is een reality check van de huidige situatie een voorwaarde om op weg te kunnen. Een behulpzame methode heeft dus altijd een tool in huis die je helpt die situatie feitelijk in beeld te brengen. Doe je dat niet, dan is de kans groot dat je vastloopt in de vervolgstappen.

4. De snelheid van een proces wordt NIET bepaald door het aantal uitgezette stappen. De mensen die de stappen zetten bepalen de snelheid van de beweging.
Een goed en logisch plan uitwerken van achter je bureau kan even een puzzel zijn, maar heel ingewikkeld is het nog niet. Het wordt pas interessant als betrokken personen je plan in 3D versie gaan uitvoeren. Want niet de actiestappen op zich zijn het struikelblok, al is het altijd wijs te checken of je stappen goed aansluiten op elkaar. In de meeste gevallen is het echter de mens met haar aannames, overtuigingen en vastgeroeste patronen die de belemmerende factor is. Nieuw gedrag aanleren kost tijd, discipline en focus. Vermenigvuldig daarom je tijdpad keer 3 als je gaat voor het vieren van successen. En focus op het proces.

5. Een goed plan is simpel.
Maximaal 2 doelen heb je nodig. Waarbij het ene doel vooral praktisch is. Dit is het ook het doel dat je zichtbaar voor ogen houdt met elkaar. Het tweede doel is procesgericht. Met andere woorden: het praktische doel heeft de uitdaging in zich die ervoor gaat zorgen dat het gewenste gedrag behorend bij het einddoel zich kan gaan ontwikkelen. Dat wordt al ingewikkeld genoeg. (Net als bovenstaande zin ;-))

6. Het succes van een proces zit in de actie.
Plannen kunnen mooi zijn maar zonder gerichte actie is er nul effect. Een plan hoeft niet perfect uitgewerkt te zijn. Wat belangrijk is, is een scherpe focus in combinatie met concrete eerste acties. Steeds opnieuw. Vergis je niet. Voor je hoofd is hard werken aan een plan op papier net zo hard werken als het met vallen en opstaan je actiestappen zetten. Het ene heeft alleen nul resultaat, het andere is in ontwikkeling.

7. Een goed doorlopen proces is saai.
Altijd werken, het gevoel hebben alle ballen hoog te moeten houden, een lekker gevulde todo-lijst. Als dit je definitie is van goed werken dan bestaat de kans dat je afhaakt bij een goed lopend proces. Een goed proces werkt aan nieuwe routines, en routines worden saai. Routine vraagt om discipline, veel van hetzelfde, regelmaat en structuur.  Niet de intensiteit bepaald of het goed is, maar de resultaten in relatie tot de gestelde doelen.

 

Daarmee komen we terug bij de gedachte achter de inzet van de pedagogisch coach in de kinderopvang. Het idee van deze functie is een werkdruk verlagend effect teweegbrengen. Onder andere door het meedenken over de beleidsvoornemens. Vervolgens door het effectief begeleiden van processen naar blijvende routines. Waardoor de medewerker zich professioneel ontwikkeld en dit zich vertaalt in blijvende pedagogische kwaliteit op de groep.

Binnenkort start de scholing Beleid in Praktijk. Een traject waarin je op basis van een realitycheck bepaald wat de beleidsvoornemens voor komend jaar zijn. Vanuit die focus werk je aan een uitvoerbaar coachplan. Tijdens de scholing kijken we naar het effectief inzetten van (team)coaching, je jaarplan en planstructuur. Je sluit af met een uitvoerbaar actieplan voor 2024 en hebt je eerste actiestappen concreet.

Deze scholing is interessant voor jou als je leidinggevende bent en/of pedagogisch coach. Waarbij je nadrukkelijk bezig bent met de vertaalslag van beleidsvoornemens naar de praktijk.

Denk je dat dit iets voor jou is?
Schrijf je HIER in.