Onlangs sprak ik een bevriend collega-ondernemer, werkzaam op het gebied van bewegen met kinderen. Je begrijpt, wij hebben wat raakvlakken. Niet alleen het enthousiast worden van een uitdagende leeromgeving voor jonge kinderen maar ook wat onze leeftijd betreft.

Zo komen we beiden uit die generatie dat je nog gewoon met je gazelle-krakkebike op de plaatselijke schans van de crossbaan uitprobeerde hoever je kon gaan voor je je been brak. Geen ouder die zich daar zorgen om maakte. De mijne in ieder geval niet. (Denk ik dan…) En je fiets? Als de ketting erop zat en je stuur een beetje recht bleef staan dan kwam het vast goed. Niet? Nou, dan liep je gewoon naar school, eigen schuld. Zaterdag werd de boel weer gefikst.

We konden dat ook gewoon, van zo’n schans af op een gare fiets en dan proberen hoe ver je kwam voor je omklapte. Zo niet mijn neefjes uit Canada die eens langskwamen. Daar zaten we meteen dezelfde avond nog mee op de eerste hulp. Ze hadden nooit geleerd om te fietsen, die stoere neven. Laat staan jezelf van een schans af de zandheuvels in lanceren.

Nu komt het misschien ook wel omdat ik opgroeide in een gezin met acht kinderen, toch zo ongeveer een kleine BSO als je het in het huidige tijdsbeeld bekijkt, dat mijn ouders zich hier niet al te druk over maakten.

Als wij lekker speelden dan was het rustig in huis en daar is als ouder ook wat voor te zeggen. Dus bouwden wij hele hutten op zolder, klommen via de trapleuning onze ‘boomhut’ in. (Totdat die leuning het natuurlijk begaf…) En versleepten om de haverklap de inrichting van slaapkamers.

Niet alleen bouwen was onderdeel van ons spel. Zo kan ik me nog levendig herinneren hoe ik in tranen uitbarstte toen mn nichtje een toch wel heel realistische versie van een stiefmoeder neerzette terwijl ik de lieve Assepoester vertegenwoordigde. En ontdekte ik de rol van juffrouw toch wel leuk te vinden, ondanks het feit dat ik op school nauwelijks m’n mond open durfde doen.

Tegenwoordig heet het spel wat wij vroeger gewoon vonden Risicovol Spel. (En liggen er keurig aangelegde parken met verantwoorde speeltuintjes waar vroeger onze crossbanen waren)

Maar, denk ik dan, spel hoort toch ook gewoon risicovol te zijn? Is de essentie van spelen niet dat je steeds de rand van je comfortzone uitdaagt? En ja, dat daar schrammen en bulten bij horen is logisch. Tenminste, in onze tijd wel.

Is het niet veel gevaarlijker om niet te leren hoe je met risico omgaat? Een aantal jaar geleden las ik een artikel over rommelspeeltuinen die na de oorlog ontstonden. Ook daar gebeurden nauwelijks ongelukken. Waarom? Omdat kinderen  de vrijheid kregen te ontdekken en experimenteren. En dat kunnen ze gewoon aan. Er is geen kind dat risico’s neemt die het eigenlijk niet aan kan.

Hoewel, dat is misschien wat te stellig gezegd denkend aan een van mijn eigen kids waar ik geregeld achteraan moest klimmen om hem weer beneden te krijgen. Maar laat overmoed en te hoog inschatten van zichzelf nu precies zijn wat hij te leren had! Wat hem nu dus al veel beter afgaat juist omdat hij geregeld iets te hoog boven de grond hing.

Terwijl we jeugdherinneringen ophalen realiseer ik me hoeveel geluk we hebben gehad met die tijd waarin spel en risico nog gewoon bij elkaar hoorden als logisch geheel. Ik heb altijd gevoeld dat spelen ons gegund werd en er de acceptatie was dat daar ook zo nu en dan gaten in kleding of kapotte fietsen bij hoorde.

Door dat spelen van vroeger heb ik ontzettend veel vaardigheden geleerd die ik vandaag de dag nog steeds toepas. Het is pas sinds kort dat ik me bewust ben van die belangrijke link naar mijn kindertijd.

Ongemerkt heb ik daar geoefend en geleerd. Fysieke uitdagingen, moeilijke mensen, leidinggeven of juist het afhankelijk zijn en wat dat met je doet, samenwerken, je plek bevechten of juist afstaan. Afstemmen op de ander, plannen maken en uitwerken. En vooral dat het op je bek gaan onderdeel is van iets veel groters en leukers, namelijk het spel waar je mee bezig was.

Bij het coachen van Pedagogisch Coaches zie ik eenzelfde soort terughoudendheid die ik tegenwoordig ook vaker terugzie bij kinderen. Het idee dat je het in een keer goed moet doen. Je alles moet kunnen nog voor je het uitgebreid geoefend hebt. Je hebt tenslotte het papiertje, toch?

Ik kan je uit ervaring vertellen: Als jij zonder te kunnen fietsen van een cross-schans afsjeest is de kans dat je je been of arm breekt vrij groot – zie mijn neefje uit Canada. Zo is het ook met het leren coachen binnen de kinderopvang. Ook daar heb je een basis nodig van waaruit je kunt gaan oefenen en spelen met je coachvaardigheden. Die krijg je niet door alleen je papiertje te behalen, dat lukt alleen als je blijft oefenen.

Daarom geef ik deze periode weer het Webinar Voer effectieve gesprekken waarin ik je laat kennismaken met de 3 basisbouwstenen voor een effectief coachgesprek en hoe je die kunt inzetten. Zodat je een goede basis hebt om te gaan spelen, oefenen en nog eens spelen. Tot het je ineens zomaar lukt!

Ben jij erbij? Inschrijven kan HIER