…Sorry dat ik nog een keer bel hoor! Jij zal ook wel gek worden van al die telefoontjes… Maar ik wil toch even zeggen dat ik er echt heel veel moeite mee heb dat ik nu thuis zit! Ik moet alleen maar af en toe hoesten! Ik snap het wel hoor maar ik heb het gevoel dat ik mijn collega’s in de steek laat! Of: Caro, en nu? Ik heb hier echt zooo veel moeite mee! Ik heb maar aangegeven dat ik heel veel op het rooster voor de opvang sta want straks denkt er iemand nog dat ik de kantjes ervan afloop!

Een rare week. Een bizarre situatie. Zo bizar dat ik niet eens een plaatje heb bij het woord bizar, maar het gevoel heb dat dit woord de lading enigszins dekt. Ineens staat alles stil. Hoor je van je werkgever dat je niet hoeft te komen wanneer dat niet nodig is. Sterker nog, je mag niet eens! Verplicht en wel nu! En nee, dat heeft niks te maken met ontevredenheid over hoe jij je werk doet. Het heeft er juist alles mee te maken dat we graag willen dat je dat op termijn ook gewoon kunt blijven doen.

Ergens knettert het in onze hoofden. Het woord ‘nee’ trekken we niet zo goed, het is toch een vorm van afwijzing. Je leidinggevende die tegen je zegt: ‘Heb je hier niets te zoeken dan mag je hier niet zijn’, het voelt gewoon niet leuk. Ook al kunnen we het met ons hoofd wel snappen. Uitleggen waarom het belangrijk is. Gevoelsmatig struikelt de ene na de andere collega om mij heen over haar eigen vermeende gebrek aan werkprestatie. Schuldgevoelens schieten als paddenstoelen uit de grond.

Gek genoeg blijven de praktisch vragen grotendeels uit. Alsof het de gewoonste zaak van de wereld is gaat iedereen eensgezind aan de slag met het verzorgen van materiaal voor ouders thuis. Vanzelf begint dat te rollen. In een razend tempo worden er alternatieven bedacht. Meegedacht met de ouders van zorgkinderen. Leuke activiteitenpakketten gemaakt voor al die peuters thuis. Filmpjes worden opgenomen, uitgezocht hoe je die in een besloten setting met ouders kunt delen.

Er wordt druk genetwerkt, tips worden actief gedeeld met elkaar. De een na de ander stapt uit haar comfort-zone. Voor de camera, achter de ouderwetse poppenkast of juist een eerste stap de digitale wereld in. Er wordt anders gekeken naar de wereld om ons heen. Bolletjes sokken kunnen ineens prima doorgaan voor een bal en een eenzame wandeling in het bos levert een geweldige lessenserie over begrippen op.

Niks gebeurt meer binnen de oude kaders. Het enige wat constant is gebleven is de liefde voor de ontwikkeling van het kind. En de wil daar aan bij te dragen. Toegegeven, het plaatje van een goede werkhouding matcht op dit moment absoluut niet met het resultaat. Logisch dat het voelt alsof je je werk niet goed doet. Tegelijk is dit óók een goed moment om je eens af te vragen: Waar zit dat ‘goed werk leveren’ nou eigenlijk in?

Het wegvallen van al onze heldere kaders is zeker niet iets waar we om stonden te springen. In eerste instantie maakt het ons vooral onzeker. Welke rol je ook hebt vervuld de afgelopen dagen, iedereen heeft waarschijnlijk meer dan eens de vraag in zijn hoofd horen echoën: doe ik het wel goed? Toch biedt het ons ook een kans. De kans om naar de essentie van ons werk te kijken. Het maakt weer helder wat nu eigenlijk onze focus is. Zonder ‘ja-maartjes’ in je hoofd ontstaat er ruimte te spelen met een hele wereld aan ideeën om kinderen te bereiken. Ideeën die we voor vorige week nog maar al te vaak resoluut van tafel veegden. Dat is winst. De enige vraag die nu nog overblijft is immers: Hoe bereik ik het kind en hoe sluit ik aan bij de mogelijkheden van de ouders.

Laat dat nu net de essentie van je beroep zijn…

Dus lieve collega. Vertrouw op die borrelende motivatie om goed werk te willen leveren. Leg jezelf niet langs een meetlat maar kijk naar je resultaat. Laat die kaders voor wat ze zijn en geniet ondanks alles van onverwachte, nieuwe ervaringen. Of je nu pedagogisch medewerker, pedagogisch coach of manager bent. Beleidsmedewerker, stagiaire of directeur.

Weet dit: Je doet het goed!